Artrose is een aandoening gekenmerkt door het progressief verdunnen en uiteindelijk verdwijnen van het gewrichtskraakbeen. Naast het verdunnen van het kraakbeen en de hier uit voortvloeiende gewrichtsspleetvernauwing ontstaan ook vaak beenderige aanwassen (osteofyten) aan de rand van het gewricht zowel op niveau van de kom als op de rand van de heupkop. Vaak ontstaan ook holtes in het bot, de zogenaamde cysten die gevuld zijn met een gelatineuze substantie en die soms vrij groot kunnen worden. Al deze afwijkingen zorgen er voor dat mensen met heupartrose progressief meer pijn krijgen, vaak startpijn en frequent in de lies, de bil, de voorzijde van de dij of zelfs in de knie gelokaliseerd. Het geeft ook aanleiding tot een progressieve verstijving van de heup waardoor mensen bepaalde bewegingen niet goed meer kunnen uitvoeren en moeite krijgen met dagdagelijkse handelingen zoals het afdrogen van de voeten, het aan- en uitdoen van het schoeisel of het in- en uit de wagen stappen.
De oorzaak van artrose is vaak niet gekend alhoewel een aantal factoren kunnen voorbeschikken tot de ontwikkeling ervan mn familiale aanleg, extreme belasting hetzij fysiek hetzij door belangrijk overgewicht en een vroegere, slecht geheelde fractuur van de heup. Ook aangeboren afwijkingen van de heup kunnen aanleiding geven tot vroegtijdige slijtage. Door al deze zaken wordt het progressief moeilijker om normaal de functioneren, treedt er een verlies aan kwaliteit van leven op en wordt het nodig om een behandeling in te stellen.