Totale heupprothese


Het plaatsen van een heupprothese is het succesverhaal in de orthopedie. Het is een ingreep die voor veel mensen een enorme verbetering in kwaliteit van leven kan betekenen en die patiënten vaak hun zelfredzaamheid teruggeeft. Meer dan 90% van de patiënten zal na de operatie geen pijn meer hebben en een betere beweeglijkheid van de heup ervaren.

Anatomie


Het heupgewricht is in feite een bol die in een kom of pan draait. Net als alle andere gewrichten is zowel de kop als de pan bedekt met kraakbeen, als het ware het glazuur dat er voor zorgt dat beide oppervlakten zonder weerstand ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Het gewricht wordt door een stevig kapsel en verschillende lagen spieren samengehouden.

Pathologie


De voornaamste reden waarom patiënten last van hun heup krijgen en uiteindelijk een heupprothese nodig hebben is artrose. Andere mogelijke oorzaken zijn een avasculaire necrose van de heup en een heupfractuur.

Heupartrose (coxartrose)


Artrose is een aandoening gekenmerkt door het progressief verdunnen en uiteindelijk verdwijnen van het gewrichtskraakbeen. Naast het verdunnen van het kraakbeen en de hier uit voortvloeiende gewrichtsspleetvernauwing ontstaan ook vaak beenderige aanwassen (osteofyten) aan de rand van het gewricht zowel op niveau van de kom als op de rand van de heupkop. Vaak ontstaan ook holtes in het bot, de zogenaamde cysten die gevuld zijn met een gelatineuze substantie en die soms vrij groot kunnen worden. Al deze afwijkingen zorgen er voor dat mensen met heupartrose progressief meer pijn krijgen, vaak startpijn en frequent in de lies, de bil, de voorzijde van de dij of zelfs in de knie gelokaliseerd. Het geeft ook aanleiding tot een progressieve verstijving van de heup waardoor mensen bepaalde bewegingen niet goed meer kunnen uitvoeren en moeite krijgen met dagdagelijkse handelingen zoals het afdrogen van de voeten, het aan- en uitdoen van het schoeisel of het in- en uit de wagen stappen.
De oorzaak van artrose is vaak niet gekend alhoewel een aantal factoren kunnen voorbeschikken tot de ontwikkeling ervan mn familiale aanleg, extreme belasting hetzij fysiek hetzij door belangrijk overgewicht en een vroegere, slecht geheelde fractuur van de heup. Ook aangeboren afwijkingen van de heup kunnen aanleiding geven tot vroegtijdige slijtage. Door al deze zaken wordt het progressief moeilijker om normaal de functioneren, treedt er een verlies aan kwaliteit van leven op en wordt het nodig om een behandeling in te stellen.

Avasculaire necrose van de heup


Net zoals alle weefsels van het lichaam heeft ook de heupkop nood aan een goede bloedvoorziening. Bij bepaalde aandoeningen faalt deze voorziening en leidt dat uiteindelijk tot een afsterven van een gedeelte van het bot met inzakken van het gewrichtsoppervlak waardoor de heup geen mooie ronde vorm meer heeft.
De symptomen zijn aanvankelijk pijn maar uiteindelijk ook verstijving van het gewricht en achteruitgang van de functionaliteit. De oorzaken van een avasculaire necrose die naast de heup ook nog de schouder en bepaalde beentjes in de hand of de voet kan aantasten is vaak niet gekend. Cortisone-inname evenals overmatig alcoholgebruik zijn wel gekende uitlokkende factoren.

Heupfractuur


Het type heupfractuur dat in bepaalde gevallen behandeld wordt dmv een heupprothese is de fractuur waarbij de fractuurlijn zich net onder de heupkop bevindt, de zogenaamde subcapitale heupfracturen. In dat geval wordt vaak enkel de heupkop vervangen en kan de kom ongemoeid gelaten worden.

Behandeling


Conservatief


Beginnende vormen van artrose met op de klassieke radiografie nog een mooie gewrichtsspleet worden in eerste instantie conservatief behandeld.
  • Medicamenteus: Paracetamol, ontstekingsremmers type I
  • buprofenInfiltraties (inspuitingen)
    •  Cortisone-infiltratie
    • Infiltratie met Hyaluronzuur type Synvisc
Infiltraties van de heup gebeuren bij voorkeur hetzij onder echogeleiding (door de radioloog), hetzij onder scopiegeleiding in de operatiezaal (door de orthopedist) en dit om er voor te zorgen dat het product zeker in het gewricht en niet verkeerdelijk er rond wordt gespoten. De infiltratie onder scopiegeleiding gebeurt via het daghospitaal.

Operatief


De standaard behandeling voor een gevorderde artrose van de heup met belangrijke subjectieve hinder of een avasculaire necrose van de heup met vervorming van de heupkop bestaat uit het plaatsen van een Totale Heupprothese.


Door gebruik te maken van digitale beeldvorming kan men reeds voor de operatie nauwkeurig het type en de maat van de prothese vaststellen waardoor een optimale positie van de prothese verkregen wordt met hierdoor meer kans op een goed en lang functioneren ervan.

Keuze van de prothese:


De keuze van prothese is afhankelijk van veel factoren zoals de kwaliteit van het bot, de leeftijd en vooral de algemene conditie van de patiënt. In vele landen oa in België  bestaat er een register van alle gebruikte prothesen zodat het mogelijk is om te kiezen voor een prothese die beschikt over goede referenties.
Een heupprothese bestaat uit drie delen met name de heupsteel, de heupkom en de heupkop.


De heupsteel is gemaakt van Titanium of van Chroomcobalt.

De heupsteel


Een Titaniumsteel is grof van oppervlak en soms bedekt met een laagje hydroxyapatiet waardoor de steel vlotter kan ingroeien in het bot. Een dergelijke steel noemen we een ongecementeerde prothese. Prothesen die gemaakt zijn van Chroomcobalt  worden in het bot gefixeerd dmv een speciale botcement die tijdens de ingreep wordt klaargemaakt. Dit zijn de gecementeerde prothesen.
Dr. Casteur gebruikt bij voorkeur een ongecementeerde steel type AVENIR tenzij de botkwaliteit of de vorm van het bot een gecementeerde steel vereisen om een goede verankering van de prothese te bekomen.

De heupkom



Ongecementeerde pan

ongecementeerde pan met keramische glijlaag en keramisch kopje

Net als de steel kan ook de kom op twee manieren worden vastgezet in het bot mn gecementeerd of ongecementeerd. Een gecementeerde kom bestaat meestal uit kunststof (polyethyleen) en wordt eveneens vastgezet met botcement. Een ongecementeerde kom bestaat uit een buitenste schaal van Titanium die in het bot geklemd wordt en een binnenste schaal of glijlaag die bestaat uit kunststof (polyethyleen) of keramiek. Bij onvoldoende stabiliteit kan de buitenste schaal bijkomend gefixeerd worden dmv schroeven. Dr Casteur gebruikt bij voorkeur een ongecementeerde pan type G7 met een keramieken binnenste glijlaag.
Soms wordt gekozen voor een gecementeerde steel en een ongecementeerde kom wat een hybride prothese wordt genoemd.

De heupkop:



Ongecementeerde steel met keramisch kopje

De bolvormige heupkop is gemaakt van staal of keramiek en heeft een diameter van 28, 32 of 36mm.

De operatie:


Tijdens de operatie wordt het eigenlijke, beschadigde heupgewricht vervangen door een kunstheup. Hierbij wordt, na het verwijderen van de beschadigde heupkop een nieuwe pan in het bekken aangebracht waarna een nieuwe steel wordt geplaatst in de holte van het bovenbeen. Nadat een wordt kopje geplaatst op de steel wordt de heup gereduceerd wat inhoudt dat het kopje in de nieuwe pan wordt gebracht.
De heup kan hiervoor benaderd worden langs vóór (de anterieure zogenoemde spiersparende approach of benadering) of langs achter (de posterieure approach).
Dr. Casteur is opgeleid voor en beheerst beide technieken met een voorkeur voor de anterieure, spiersparende techniek. De posterieure toegangsweg wordt tegenwoordig vooral nog gebruikt voor heuprevisies en bepaalde heupfracturen. De benaderingsweg langs achter (de posterieure) is ook een goede manier maar geeft meer kans op luxaties.

De anterieure of spiersparende toegangsweg:



In tegenstelling tot de andere toegangswegen moeten er bij de anterieure toegangsweg geen spieren worden losgemaakt om het heupgewricht te benaderen. De operatie maakt gebruik van een natuurlijk interval tussen twee spiergroepen die aan de voorzijde van de heup liggen. De wonde ligt daarom ook iets meer aan de voorkant dan gebruikelijk. In plaats van de spieren los te maken wordt tussen de spieren door een toegang tot de heup gemaakt.
Voordelen:
  • Het voornaamste voordeel is een veel kleinere kans op een heupluxatie of het uit de kom gaan van de heup.
  • Een sneller herstel tijdens de eerste 6 weken.
  • Minder pijn na de operatie.
De wonde die gemaakt wordt is niet kleiner dan bij de andere operatietechnieken alhoewel we proberen om de incisie zo klein mogelijk te houden. De winst van de voorste benadering is dus niet zo zeer een kleiner litteken, maar het intact houden van spieren die voor de stabiliteit van de heup en het lopen belangrijk zijn.
Nadelen:
In 5-10% van de gevallen is er een al dan niet tijdelijk veranderd of verminderd gevoel aan de voor-buitenzijde van het bovenbeen. Dit wordt meestal als niet hinderlijk ervaren.

Klachten na de operatie en complicaties:


  • Beenlengteverschil. Doordat heupen veel variatie hebben in vorm en lengte kan na de operatie een beenlengteverschil ontstaan. Tijdens de operatie wordt zoveel mogelijk getracht om dat verschil tot een minimum te beperken maar soms wordt het geopereerde been iets langer. Dit verschil is meestal minder dan 1,5cm en wordt door de meeste patiënten als niet bezwaarlijk ervaren. Zelden is het nodig om tijdens de ingreep het been meer te verlengen bv als de kunstheup te instabiel is en anders uit de kom zou kunnen schieten. Een hakophoging of een inlegzooltje in de andere schoen kan dan een oplossing bieden. Bij mensen met een heupprothese kan bij een operatie aan de andere zijde het verschil, dat ontstaan is na de eerste ingreep aan de ene kant, bij de operatie aan de andere kant worden hersteld.
  • Langdurige wondlekkage
  • Nabloeding met mogelijks druk op een zenuw
  • Luxatie (uit de kom schieten) van de heup
  • Overrekking van een zenuw met eventueel en meestal tijdelijk krachtverlies en gevoelsstoornissen in het bovenbeen
  • Trombose (bloedklonter) in het onderbeen met risico op longembool
  • Infectie oppervlakkig of diep
  • Breuk van het bovenbeen
  • Positieverandering van een van de protheseelementen
  • Progressieve slijtage van een van de componenten van de prothese op lange termijn

Voorkomen van complicaties:


Uw orthopedisch chirurg zal zijn uiterste best doen om het risico op complicaties te vermijden maar zelf kan u ook uw steentje bijdragen.
Maatregelen ter preventie:
  • Preventieve antibiotica tijdens en onmiddellijk na de operatie, via een infuus toegediend
  • Bloedverdunners tegen trombose hetzij via spuitjes, hetzij via een pilletje
  • Vermijden van extreme bewegingen met het been zeker gedurende de eerste 6 weken na de operatie
  • Tandverzorging om laattijdige infecties te voorkomen
  • Vermijd impactsporten zoals joggen op regelmatige basis.

Copyright by CODELABS BV 2020. All rights reserved.